Rundvee 

Masterplan

Gezonde uiers – de motor van uw melkveebedrijf – een onderwerp dat optimale aandacht verdient. Graag ondersteunen we u met informatie en helpen we met verschillende mogelijkheden zodat uw koeien kunnen uitblinken in uiergezondheid.

Koe vlotter hersteld na pijnbestrijding

Gaat u aan de slag met een verbeterde klauw-, uier of longgezondheid op uw bedrijf? En wilt u efficiënt en doelgericht werken om meer tijd en werkplezier over te houden? Gebruik dan een pijnstiller en ontstekingsremmer zodat de koe zich sneller beter gaat voelen, eerder vreet, meer gaat bewegen en dus vlotter ‘de oude is’.

WAT TE DOEN BIJ MASTITIS?
De uierontstekingswijzer biedt uitkomst!

Twijfelt u aan de uiergezondheid van uw dieren? Raadpleeg dan deze nieuwe uierontstekingswijzer. In een oogopslag ziet u precies waar u bij mastitis op moet letten en welke behandelingen tot  de mogelijkheden behoren. Blijf uw aanpak voortdurend toetsen en wees kritisch op de behandelingsmethode! Zo werkt u het snelste toe naar een gezonde koe.

Om beveiligde documenten te kunnen bekijken dient u in te loggen. Inloggen

Mastitis: veel voorkomend en veel impact

Mastitis is nog steeds een van de grootste uitdagingen voor de melkveehouderij. Het heeft een grote economische impact, denk aan productieverlies, melk die niet geleverd mag worden, afvoer door uiergezondheidsproblemen en behandelingen1.

Jaarlijks krijgt gemiddeld 28% van de oudere kalfskoeien klinische mastitis.
Hoe pak je mastitis nu aan? Wij vroegen mastitis experts, dierenartsen en veehouders naar hun tips en adviezen.

Wat gebeurt er in de uier bij mastitis?

Dierenarts Pleun Penterman

Een koeienuier is goed bewapend om binnendringende bacteriën te bestrijden. Tenzij de koe niet genoeg weerstand heeft of de infectie te agressief is. Als reactie ontstaat er bij de koe een hoogcelgetal, of erger nog, klinische mastitis. MSD dierenarts Pleun Penterman legt uit wat er precies gebeurt in de koeienuier en bij welke signalen veehouders het best in actie kunnen komen.

Uierinfecties komen altijd de uier binnen via het slotgat. Daar wordt een vreemde bacterie herkend, weet dierenarts Pleun Penterman. ‘Het betekent direct actie: leucocyten komen eraan om de bacteriën onschadelijk te maken.’ Met de toename van de hoeveelheid leucocyten stijgt ook het celgetal. Eigenlijk is dat goed nieuws, geeft Pleun aan. ‘De leucocyten hebben receptoren die de bacterie opnemen in de cel om hem te doden.’ Zo voorkomen leucocyten dat bacteriën zich gaan vermenigvuldigen en toxinen uitscheiden die het uierweefsel beschadigen. ‘Bij een subklinische infectie, dus bij een hoog celgetal weet je dat dit gaande is in de uier, maar aan de melk en aan het kwartier zie je niets.’ Toch wordt er wel degelijk schade aangericht. ‘Het kwartier produceert minder melk. Hoe meer leucocyten, hoe hoger het celgetal, hoe meer melkverlies’, geeft de dierenarts aan. ‘Het aangetaste uierweefsel kan namelijk geen melk produceren.’ Pleun adviseert een melkmonster op te sturen voor bacteriologisch onderzoek en een antibiogram te laten maken. ‘En dan het hoge celgetal gericht aanpakken.’

Signalen

Wanneer de koe klinische mastitis krijgt heeft de afweer van de koe niet optimaal gewerkt. Er zijn verschillende oorzaken waardoor zo’n klinische mastitis ontstaat, noemt Pleun. ‘Een snel groeiende bacterie waardoor het immuunsysteem van de koe niet snel genoeg kan reageren of een vermindering van de immuunreactie omdat de weerstand niet optimaal is.’ De bacterie kan zich dan agressief ontwikkelen, waardoor de toxinen veel weefselschade aanbrengen. De melk verandert. ‘Dat is een duidelijk signaal van klinische mastitis’, noemt Pleun. ‘Dat is ook het signaal voor de veehouder om te gaan behandelen. Wanneer je hier te lang mee wacht wordt de schade nog groter.’ Niet alleen de melk is afwijkend van kleur of bevat vlokken, de uier voelt warm en hard aan en is rood en gezwollen. ‘Een duidelijke ontstekingsreactie.’ Het kan nog erger worden als ook de koe er last van krijgt. Ze geeft minder melk, vreet minder, is sloom en slap. ‘In het allerergste geval wil ze ook niet meer overeind komen. Dan heb je het over een hele heftige mastitis waarbij het verstandig is de hulp van de dierenarts in te roepen.’

Met het kennen en herkennen van de verschillende stadia van zo’n uierontsteking kunnen veehouders op het juiste moment in actie komen. ‘Om erger te voorkomen. Hoe eerder een behandeling start, hoe sneller de koe geneest, hoe groter de kans op succes en hoe beperkter de schade.’

Wat gebeurt er in de uier bij klinische mastitis?

Een koe met een uierinfectie krijgt te maken met de volgende symptomen:

  • Koorts
  • Roodheid
  • Zwelling van de uier
  • Pijn
  • Verlies van functie, dus geen of minder melk produceren

Eerste stap in diagnose: temperaturen!

Een verhoogde temperatuur of koorts is één van de eerste symptomen van mastitis. Daarom is het belangrijk om de temperatuur op te nemen van een koe.

Heeft u een thermometer bij de hand?

Waarom een ontstekingsremmer gebruiken?

Het woord zegt het zelf al; een ontstekingsremmer zorgt ervoor dat de ontsteking geremd wordt. Maar daarnaast doet een ontstekingsremmer nog meer: afname van de koorts en vermindering van de pijn. Daarnaast neemt de zwelling van de uier af, verbetert de conditie van de koe en komt de melk sneller terug op peil.

Wilt u het effect op de zwelling zien?

‘We produceren voedsel, daar hoort een zo laag mogelijk celgetal bij’

Melkveehoudster Trynke Buma

Toen haar dierenartsenpraktijk startte met het onderzoek van melkmonsters was melkveehoudster Trynke Buma meteen enthousiast. ‘We wilden de veroorzaker van de mastitis weten én hoe we het beste kunnen behandelen. Je wilt zeker weten dat de koe beter wordt, medicijnen die niet werken is weggegooid geld.’

De boerin uit het Friese St. Jacobiparochie melkt zo’n 130 koeien met haar schoonzoon Jos en dochter Klaske, die ook dierenarts is. ‘Klaske is nog consequenter in de uiergezondheid’, vertelt Trynke die de uitslagen van de melkmonsters vooral gebruikt om de probleemkoeien in beeld te krijgen, ze intensiever te behandelen bij het droogzetten of eventueel af te voeren. ‘Nu Klaske in het bedrijf werkzaam is, werken we meer gericht en assertiever’, legt Trynke uit. ‘Met de uitslag van de melkmonsters pakken we de hoogcelgetalkoeien ook echt aan. Zo voorkomen we problemen.’

Het betekende een verbetering van het celgetal. ‘We hebben nu een tankmelkcelgetal van 150.000 cellen/ml. Daar ben ik wel tevreden mee, maar voor Klaske ligt de streefwaarde op 100.000 cellen/ml’, vertelt Trynke enthousiast. ‘Uiteindelijk betekent een lager celgetal gewoon ook minder gevallen van klinische mastitis en meer melk.’

Op het bedrijf zorgt vooral S.aureus voor problemen. ‘We zijn eigenlijk al 20 jaar bezig om S.aureus aan te pakken’, weet Trynke. ‘De kunst is de cirkel te doorbreken, dat betekent vroeg ingrijpen bij koeien die door S. aureus een hoog celgetal hebben.’ Doordat ze met twee robots melken krijgen de melkveehouders meer inzicht in de uiergezondheid. Bijvoorbeeld door de geleidbaarheid. ‘Zo’n koe houden we in de gaten’, weet Trynke die de celgetal uitslag uit de mpr er dan ook bijpakt. ‘Na twee verhogingen gaan we behandelen.’ De alarmbellen gaan overigens ook af wanneer ze een koe zien waarbij een kwartier vol is. ‘Meteen separeren om haar te controleren’, luidt de werkwijze.

Trynke vult aan dat er veel onderdelen in het management zijn die invloed hebben op de uiergezondheid. ‘De weerstand van de koeien bijvoorbeeld, maar ook de opfok. Als je dat niet voor elkaar hebt is het dweilen met de kraan open.’ Ze benadrukt dat ze het verbeteren van de uiergezondheid bij de veestapel vanzelfsprekend vindt. ‘We produceren voedsel, diergezondheid is daarom belangrijk en ook een laag celgetal hoort daarbij.’

‘Meteen separeren om haar te controleren’

Melkveehoudster Trynke Buma

Trynke vult aan dat er veel onderdelen in het management zijn die invloed hebben op de uiergezondheid. ‘De weerstand van de koeien bijvoorbeeld, maar ook de opfok. Als je dat niet voor elkaar hebt is het dweilen met de kraan open.’ Ze benadrukt dat ze het verbeteren van de uiergezondheid bij de veestapel vanzelfsprekend vindt. ‘We produceren voedsel, diergezondheid is daarom belangrijk en ook een laag celgetal hoort daarbij.’

‘Elk bedrijf heeft zijn eigen kiemen-pool’

Dierenarts Michèle Aalders

Hoe krijgen melkveehouders zo snel mogelijk hun hoog celgetal of mastitiskoe weer gezond? Door het nemen van een melkmonster, het te laten onderzoeken, inclusief een antibiogram en dan gericht behandelen, adviseert dierenarts Michèle Aalders. ‘Er is geen standaard advies voor een behandeling van uiergezondheidsproblemen. Op elk bedrijf spelen weer andere ziekteverwekkers een rol en bovendien wisselt deze pool aan kiemen regelmatig. Door een melkmonster te onderzoeken verhoog je de succeskans op genezing.’

Op de DAP Noord-West Friesland zijn Aalders en twee van haar collega’s verantwoordelijk voor het onderzoeken van de melkmonsters. ‘We willen zo snel mogelijk een uitslag bij de veehouder  krijgen. Als het E.coli is weten we het dezelfde dag al, anders duurt het 24 uur.’ Snel behandelen betekent namelijk ook meer kans op succes. ‘Wanneer je te lang wacht met het behandelen van de koe, dan krijgen de bacteriën de kans zich in te kapselen en dan kan er geen antibiotica meer bijkomen. Dan blijft zo’n koe een risico voor hoog celgetal en mastitis.’

Aalders is inmiddels heel vaardig bij het herkennen van de ziektekiemen die ze uit de melkmonsters kweekt. ‘Hoe vaker je het doet, hoe meer je ziet.’

Ze vindt bij hoog celgetalkoeien vooral CNS, S. aureus en Streptokokken. Bij klinische mastitis gaat het vooral om E. coli. ‘We vinden ze in de helft van de gevallen’, aldus Aalders die weet dat een E. coli mastitis vaak niet meer te vinden is in een melkmonster. ‘Dan komt er niets uit wanneer we zo’n monster op kweek zetten. Maar geen uitslag zegt ook wel wat’, haast Aalders erbij te zeggen. ‘Hoogstwaarschijnlijk was het dan wel E. coli.’

De dierenarts benadrukt dat het nemen van een melkmonster zo schoon mogelijk moet gebeuren. ‘Veehouders moeten het net zo benaderen als het droogzetten. Dat betekent schone handschoenen aantrekken, de punt van de speen goed schoonmaken en ontsmetten en zo hygiënisch mogelijk werken.’ Bij veel van haar klanten heeft ze zo’n melkmonster al een keertje samen genomen. ‘Wanneer het melkmonster verontreinigd is krijgen we geen goede uitslag.’

Een logisch vervolg na het onderzoek is het maken van een antibiogram. Hiermee wordt duidelijk welke antibiotica het beste de ziekteverwekker kan bestrijden. ‘Zo kan je heel gericht en met meer succes behandelen.’ De dierenarts geeft aan een voorkeur te hebben voor een injector waar ook prednisolon aan is toegevoegd. ‘Het werkt ontstekingsremmend en zorgt ervoor dat de zwelling in het kwartier verminderd.’

Alle uitslagen en informatie bewaren ze bij de dierenartsenpraktijk in de computer. ‘Dan hebben we een overzicht wat er speelt bij zo’n veehouder.’ En ook wat er werkt aan antibiotica. Hoe moet volgens Aalders een mastitis behandeld worden? ‘Wanneer een koe een vlokje heeft moet je haar eigenlijk temperaturen. Als ze geen verhoging heeft kun je nog één melkmaal wachten. Vaak verdwijnt het vlokje namelijk ook weer.’ En als de klinische mastitis aanhoudt of erger wordt dan luidt het advies: behandelen.

‘Antibiogram vergroot effectiviteit van de behandeling’

GD-bacterioloog Annet Heuvelink

Nederland loopt met haar antibioticabeleid voorop vergeleken bij andere Europese landen. ‘We moeten zuinig zijn op het gebruik van antibiotica’, aldus Heuvelink die aangeeft dat het nog steeds nodig en noodzakelijk is om dieren met uiergezondheidsproblemen te behandelen. ‘Maar als een koe behandeld wordt, doe het dan ook gericht en specifiek.’ Het uitvoeren van een bacteriologisch onderzoek naar de specifieke ziekteverwekker en het maken van een antibiogram spelen hierbij een cruciale rol. ‘Je voorkomt dat je een middel gebruikt dat niet werkt.’

‘Het nemen van een melkmonster moet zo schoon mogelijk gebeuren’

Dierenarts Michèle Aalders

‘Veehouders moeten het net zo benaderen als het droogzetten. Dat betekent schone handschoenen aantrekken, de punt van de speen goed schoonmaken en ontsmetten en zo hygiënisch mogelijk werken.’ Bij veel van haar klanten heeft ze zo’n melkmonster al een keertje samen genomen. ‘Wanneer het melkmonster verontreinigd is krijgen we geen goede uitslag.’

‘Succesvol behandelen begint bij onderzoek’

GD-bacterioloog Annet Heuvelink

Veehouders die een koe met een hoog celgetal of uierontsteking succesvol willen behandelen laten een melkmonster bacteriologisch onderzoeken en een antibiogram maken, geeft Annet Heuvelink bacterioloog bij de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) aan.

Met welke kiem heb je te maken? Annet Heuvelink kan in één zin het belang aangeven van bacteriologisch onderzoek wanneer een koe een hoog celgetal of klinische mastitis heeft. ‘Wanneer je weet met welke ziekteverwekker je te maken hebt en voor welke antibiotica deze gevoelig is, kun je ook succesvol behandelen.’ Heuvelink is bacterioloog bij GD, waar jaarlijks op duizenden melkmonsters bacteriologisch onderzoek (BO) gedaan wordt. De isolaten worden vanaf de voedingsbodem geïdentificeerd met de MALDI-TOF MS. ‘Dit is een zeer nauwkeurige en snelle identificatiemethode, waarmee we binnen een dag weten welke ziekteverwekker de problemen veroorzaakt.’

Met een microbouillonverdunningsmethode kan GD daarna de gevoeligheid voor antibiotica voor de specifieke ziekteverwekker bepalen. Met deze methode wordt de zogenaamde minimale inhiberende concentratie (MIC) van een antibioticum bepaald. De MIC-waarde wordt vervolgens vertaald naar ‘gevoelig’, ‘intermediair gevoelig’ of ‘resistent’. In totaal is binnen 72 uur bekend hoe de veehouder de koe het beste kan behandelen. ‘Veehouders zijn in die tijd meestal al begonnen met de therapie, echter met de resultaten uit het onderzoek kan de therapie worden geëvalueerd en indien nodig worden bijgesteld.’ Heuvelink kan nog wel meer redenen noemen om melkmonsters voor onderzoek in te sturen. ‘Je krijgt inzicht in wat er speelt op het bedrijf en wat je eraan kunt doen.’

Ook dierenartsenpraktijken voeren BO uit bij uiergezondheidsproblemen. De meeste praktijken maken gebruik van de agardiffusie methode met paperdisks. ‘Dat is een goede methode voor kwalitatief gebruik, weet Heuvelink. ‘Dierenklinieken sturen ook melkmonsters naar GD ter verificatie van eigen bevindingen. ‘ Ze noemt als voorbeeld de CNS-en, de coagulase-negatieve stafylokokken. ‘Wij kunnen binnen deze groep verschillende soorten onderscheiden, de éne is meer koe-gebonden, de ander komt uit de omgeving. Daarmee kunnen we specifiek adviseren over de behandeling en preventie van nieuwe infecties.’

Op de hoogte blijven?

Masterplan geeft handvatten om mastitis op het bedrijf gestructureerd aan te pakken. Wilt u hiervan op de hoogte blijven?
Registreer u in onze MSD Animal Health Connect (log-in) omgeving. Eenmaal geregistreerd kunt u uw voorkeuren aangeven, zodat we weten hoe u het liefst geïnformeerd wilt worden en welke onderwerpen u juist wel en niet interessant vindt.

NL-SOT-230400001