Blauwtong is een door knutten (kleine insectjes) overgedragen virusziekte, die vooral ernstige gevolgen kan hebben voor schapen en rundvee. Belangrijke symptomen van de ziekte zijn hoge koorts, overmatig kwijlen, vochtophoping in lippen, oogleden, mond, neus en tong en blauwverkleuring van de tong. Bij koeien kan het blauwtongvirus productiedaling en vruchtbaarheidsproblemen veroorzaken. Bij schapen veroorzaakt het blauwtongvirus veel sterfte.
Blauwtongvirus blijft risico voor Nederland
Nederland is tot nu toe gespaard gebleven van een nieuwe blauwtongbesmetting. Toch bestaat er nog altijd een reëel risico dat het virus dit jaar vanuit België en/of Duitsland ons land bereikt, aangezien het blauwtongvirus serotype 8 zich in 2019 in deze buurlanden heeft verspreid.



Symptomen en gevolgen van BTV-8
Belangrijke symptomen van de ziekte zijn hoge koorts, overmatig speekselen, vochtophoping in lippen, oogleden, mond, neus en tong en blauwverkleuring van de tong. Bij koeien kan het blauwtongvirus productiedaling, vruchtbaarheidsproblemen en afwijkende kalveren veroorzaken. Bij schapen veroorzaakt het blauwtongvirus veel sterfte.
Aanzienlijke gevolgen door subklinische infecties
In de winter van 2018-’19 werd er in Frankrijk melding gemaakt van een toenemend aantal gevallen van zwakke, vaak blindgeboren kalveren die binnen de week stierven. Op getroffen bedrijven ging het in totaal om 2 tot 15% van de kalveren. Bij 94% van de onderzochte kalveren werd door middel van PCR de aanwezigheid van BTV-8 aangetoond. Dus hoewel het merendeel van de infecties met BTV-8 subklinisch verlopen, kunnen de gevolgen van intra-uteriene infecties zeer aanzienlijk zijn!
Knutten verspreiden het virus
De verspreiders van blauwtong zijn knutten van het geslacht culicoides, insecten van ongeveer 1 millimeter omvang. In Nederland komen er veel soorten knutten voor. Minimaal drie soorten kunnen het blauwtongvirus overdragen. Een vochtig biotoop en een aangename temperatuur is gunstig voor de ontwikkeling van knutten.
Een knut raakt besmet door het bloed op te zuigen van een besmet dier. Eén geïnfecteerde knut kan vervolgens weer tientallen soortgenoten en andere gevoelige herkauwers besmetten. In de knut kan het virus zich vermenigvuldigen, maar daarvoor moet de buitentemperatuur wel hoger zijn dan circa 12 graden Celsius.

NL-NON-230400020